Vrijdag 14 juni organiseerde de PvdA Geldrop-Mierlo een regionale discussieavond. Het onderwerp van de avond was de groeiende uitdaging in het sociale domein, waar de gemeenten tegenwoordig verantwoordelijk voor zijn. Bij deze avond was ook PvdA Tweede Kamerlid John Kerstens aanwezig om toe te lichten hoe men vanuit Den Haag hier tegenaan kijkt.
De aanwezigen werden hartelijk ontvangen in het Strabrecht College met koffie, thee en een koekje. Er waren voornamelijk PvdA-leden, -raadsleden en -wethouders uit de omgeving, zoals Someren, Bergeijk en Eindhoven. Ook was de directeur van de LEV-groep aanwezig. Daarnaast waren er enkele ervaringsdeskundigen aanwezig.
Na het welkomstwoord van bestuurslid Marc Moors en fractievoorzitter Richard van de Burgt, werden de aanwezigen in 4 groepjes ingedeeld en kreeg men per groepje een case voorgelegd. Enkele hiervan waren echte cases, waarin het bieden van de zorg vast liep. De uitdaging zat hem erin om te kijken waar het mis ging in de case en hoe de mensen uit het groepje dit zouden aanpakken.
PvdA Tweede Kamerlid John Kersten gaf tussentijds een uitgebreide toelichting over hoe de transitie van de zorg naar de gemeenten tot stand is gekomen. Dat is gebeurd tijdens de diepste crisis die we in Nederland hebben gehad. Gelukkig komt er nu wel wat geld vrij vanuit de regering, maar dat ging lang niet soepel en het is maar de vraag of het voldoende is.
Het probleem ligt volgens John Kerstens nu bij de gemeenten. Zij komen geld tekort om de zorg op peil te houden. Veel gemeenten zien dan ook noodzaak om te bezuinigen, waarbij de gemeente een keuze heeft waar ze het geld dan vandaan halen. Maar is dat op de zorg zelf (goedkopere contracten), op andere voorzieningen, of wordt de reserve aangesproken? Andere mogelijkheden die de gemeente heeft is om drempels op te leggen of om de tarieven op de zorg te verlagen. Dat is moeilijk kiezen.
Wat John Kerstens in ieder geval aangeeft, is dat het veel beter is om tijdig te signaleren wanneer iets fout dreigt te gaan en daar dus niet op te bezuinigen. Het is veel goedkoper om op tijd in te grijpen, dan op een later moment iemand uit de goot te moeten vissen. Belangrijk dus op preventieve zaken niet weg te strepen.
Bij de behandeling van casussen blijkt dat de meeste oplossingen zitten in het aanbieden van maatwerk. Maar er zijn ook procedures en richtlijnen die dit dwars zitten, dus kan dat wel? De algemene conclusie is van wel. Soms is het beter om richtlijnen niet te volgen om tot de beste zorg voor iemand te komen. Om dit te onderstrepen geeft één van de discussievoerders aan best regels te willen breken. Zelfs al je daarvoor naar de gevangenis zou moeten. De juiste zorg is het belangrijkste, daar kan niemand op tegen zijn. Een mooi voorbeeld is iemand die liefdevol en met geduld iemand eten geeft die het zelf niet meer kan. Maar die persoon heeft het syndroom van Down en zou dat volgens de richtlijnen niet mogen doen, want deze persoon heeft niet de juiste diploma’s. Mocht er iets mis gaan, wie is er dan verantwoordelijk? De regels in de zorg zijn soms een serieuze barrière die kosten opdrijft. We dienen van protocollen te durven afwijken.
Daarnaast blijkt dat de procedures en richtlijnen ook veel administratie met zich meebrengen en de lol uit het werk halen. Want naast een tekort aan geld, is er ook een groot tekort aan personeel. De mening is dan ook dat het personeel weer gewoon aan de slag moet kunnen gaan met mensen, en minder bezig zou moeten zijn met administratie en op de klok kijken. Leg het vertrouwen bij de professional en maak het werk weer leuk. Een van de deelnemers aan de discussie geeft aan: “politici moeten zich bewust zijn dat elke vraag naar meer inzicht leidt tot nog mee administratie en werkdruk”. Daar wordt nog bij aangevuld dat goede werkomstandigheden ook betekenen dat de zorg beter is. Als er op tarieven wordt beknibbelt, zorg ervoor dat dat geen negatieve invloed heeft op de mensen die de zorg uitvoeren. Zorg is tenslotte vooral mensenwerk.
De druk van het ‘over-organiseren’ lijkt ook bij de jeugdzorg een belangrijke reden te zijn van de toename van kosten. Zo ervaren enkele discussiegenoten dit. De marktwerking werkt daarbij in de hand dat men ‘zoveel mogelijk zorg wil verkopen’. Er moet aandacht voor komen om het overorganiseren en over-verkopen een halt toe te roepen.
Ook wordt er gewezen op de optie van vrijwilligers. Zo wordt het project Automaatje meerdere keren genoemd, maar ook de aloude mantelzorger komt voorbij. Al wordt bij de laatste gezegd dat daar al zoveel druk ligt. En niet iedereen heeft de beschikking hierover. Maar er wordt ook aangegeven dat wanneer er om vrijwilligers wordt gevraagd, het aanbod vaak groter is dan nodig. Er liggen op dat vlak dus nog wel mogelijkheden.
De avond wordt met een samenvattend nawoord door Richard van de Burgt afgesloten en iedereen wordt bedankt voor de deelname. Het enthousiasme waarmee iedereen aan de slag ging was hartverwarmend. Er wordt daarom ook zeker overwogen om later dit jaar een nieuwe discussieavond met een ander onderwerp te organiseren.