Discussie Decentralisatie en PGB in het raadsplein.
PvdA bijdrage raadsplein 29 sept jeugdzorg.
De gemeente is vanaf 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Het college moet de nieuwe, complexe taken uitvoeren met minder regels en minder regeldruk, maar ook met een zekere beleidsvrijheid.
Het is belangrijk dat dit op een goede wijze uitgevoerd wordt. Daar hoort ook democratische controle bij. Wil de gemeenteraad voldoende overzicht en grip houden op deze decentralisaties is goede communicatie tussen het college en de raad onontbeerlijk. In het wetsvoorstel Wmo 2015 en de Jeugdwet zijn beleidskeuzes vastgelegd ten aanzien van het pgb. Centrale uitgangspunten zijn in de wet verankerd, met mogelijkheden voor gemeenten om eigen keuzes te maken. Om het college goede keuzes te laten maken in de beleidsvrijheid van de gemeente is het noodzakelijk dat het college weet hoe de raad denkt over pgb. De afzonderlijke verkiezingsprogramma’s maar ook het coalitie programma geeft hier geen duidelijkheid over.
De PvdA wil hier graag toelichten waarom zij een ruimhartig pgb beleid voorstaat en hoopt dat ook u wil mee discussiëren over hoe u het liefst de pgb in de decentralisatie wil terug zien komen.
Tevens willen we graag met U discussiëren hoe we beter geïnformeerd kunnen worden over de voortgang van de decentralisaties. We kunnen denken aan een speciale raadswerkgroep die op gezette tijden door het college geïnformeerd kan worden over de voortgang en bijsturing van de decentralisaties. Ook kunnen we denken aan een vast terugkerend agendapunt in het raadsplein.
De PvdA Geldrop-Mierlo beschouwt het pgb, naast zorg in natura als een goed instrument om tot individueel maatwerk te komen. Belangrijk voordeel van het pgb is dat het voor mensen met een hulpvraag bijdraagt aan het behouden van de regie over hun eigen leven. Mensen hebben de vrijheid om zelf te kiezen welke zorgverleners of begeleiding zij willen en op welke tijdstippen zij die wensen te ontvangen.
In de Wmo 2015 en Jeugdwet worden drie voorwaarden beschreven waar personen aan moeten voldoen, willen zij aanspraak kunnen maken op een pgb. De eerste voorwaarden betreft de bekwaamheid van de aanvrager. Deze wordt in samenspraak met de aanvrager getoetst, maar het oordeel van de gemeente is hierin leidend. Het college mag zelf toetsingscriteria invullen. Mocht de gemeente van oordeel zijn dat de persoon niet bekwaam is voor het houden van een pgb, dan kan de gemeente het pgb weigeren. Dat is een beslissing van de gemeente waarop een aanvrager vervolgens bezwaar kan maken. De PvdA vind dat dit bezwaar getoetst moet worden door een onafhankelijk persoon, welke veraf staat van de gemeente maar de cliënt voldoende kent om zich een goed oordeel te kunnen vormen. We kunnen denken de stichting Mee hier in te betrekken. Ditzelfde moet gelden voor de gewaarborgde kwaliteit van de dienstverlening. Ook hier mag het college zelf haar criteria stellen. In de pers zijn al verhalen gekomen dat gemeentes een HBO opleiding eisen voor huishoudelijk werk of vormen van lichtere begeleiding. De PvdA vind dat hier maatwerk nodig is, de ene hulpvraag zal zeker een HBO niveau eisen, de andere zeker niet.
De PvdA staat een ruimhartig pgb beleid voor. Dat wil niet zeggen dat de PvdA geen oog heeft voor de nadelen van het verstrekken van pgb. De budgethouders zijn zelf verantwoordelijk voor het werven van personeel, het afsluiten van de overeenkomsten en het voeren van de pgb-administratie. Dit benadrukt het belang van beschikbaarheid van de passende zorg in natura zodat voor een pgb er niet een uit noodzaak is. Deze nadelen kunnen niet op tegen de voordelen. Het pgb biedt mensen meer dan (de huidige) zorg in natura de mogelijkheid om zelf te bepalen welke zorg wordt geleverd, door wie, waar en op welke momenten. Hierdoor kunnen cliënten de zorg zodanig vormgeven dat deze aansluit bij hun behoeften. Mogelijk is dat, gezien de aard van aandoening of beperking, er behoefte is aan specifieke zorg, die niet in natura beschikbaar is. Zo kan het zijn dat de behoefte aan zorg slecht vooraf te plannen of wisselend is, of dat er (bijvoorbeeld bij kinderen met een stoornis in het autisme spectrum) sterke behoefte is aan een vaste hulpverlener met wie de budgethouder een band kan opbouwen. Ook kan met een pgb zorg worden ingekocht bij een specifieke hulpverlener die niet door de gemeente gecontracteerd is. Een pgb maakt hierdoor de inkoop van identiteitsgebonden zorg mogelijk (zorg die gericht is op mensen met een specifieke levensbeschouwing).
Diverse onderzoeken concluderen dat cliënten meer tevreden zijn over zorg die met een pgb wordt ingekocht dan over zorg in natura en dat deze zorg veelal op individueel niveau effectiever is dan zorg in natura, want meer vraaggericht en meer op maat. Een niet te onderschatte voordeel is dat Budgethouders met het pgb hun mantelzorger kunnen betalen. Het gaat hierbij per definitie om ‘bovengebruikelijke’ zorg: ondersteuning die verder voert dan de normale dagelijkse ondersteuning van gezinsleden en huisgenoten voor elkaar. In gevallen waarin een mantelzorger deze ‘bovengebrui- kelijke’ ondersteuning wil blijven leveren, maar daar een betaling voor wil ontvangen (bijvoorbeeld omdat het verlenen van mantelzorg een belemmering vormt voor reguliere arbeidsparticipatie) biedt het pgb hiervoor uitkomst.
Eén van de uitgangpunten van de jeugdzorg en Wmo is dat door een goed functionerende civil society mensen elkaar informeel ondersteunen, waardoor het beroep op individuele voorzieningen lager is. Wanneer het pgb gebruikt wordt voor het betalen van niet-professionele ondersteuners, wordt informele ondersteuning (wat meer is dan gebruikelijke zorg voor elkaar) in feite omgezet in een individuele voorziening. Bovendien kan een pgb ondermijnend werken voor collectieve systemen, indien een pgb wordt verstrekt voor het financieren van voorzieningen die ook collectief toegankelijk zijn. Een voorbeeld is het verstrekken van een pgb voor een vervoersvoorziening die ook beschikbaar is in de vorm van een collectief vervoerssysteem. Maar ook de pgb heeft voor de gemeente grote voordelen, die zeker opwegen tegen de nadelen. Zorg ingekocht met het pgb is altijd exact op maat voor de zorgvrager. Op het moment dat er geen zorg nodig is, wordt er geen zorg geleverd, en op het moment dat er extra zorg nodig is, kan dat direct worden geregeld. Daardoor kan er doelmatiger zorg worden ingekocht, niet alleen qua tijden maar ook in benodigde werkzaamheden. De ingekochte zorg voldoet helemaal aan de wensen en behoeften van de zorgvrager. De klant is tevreden en een gemeente heeft graag tevreden burgers. Zorg georganiseerd via het pgb is ongeveer 20 % goedkoper. Het is bij particulieren vaak mogelijk om voor een lagere uurprijs kwalitatief vergelijkbare zorg in te kopen als bij zorg in natura. Dit komt onder andere doordat de werkgeverstaken door de budgethouder zelf worden gedaan. Het pgb kan leiden tot vernieuwende zorg-initiatieven zoals kleinschalige woonvoorzieningen, zorgboerderijen en nieuwe thuis- en zelfzorgarrangementen, die meer zorg op maat leveren dan reguliere zorgaanbieders. Door inkoop via het pgb wordt een andere arbeidsmarkt aangesproken (studenten, particulieren uit de kenniskring, zelfstandigen zonder personeel). Daardoor is het werken in de zorg toegankelijk voor een grotere groep mensen, die traditioneel niet snel voor werken in de zorg kiest.